Waar of wat je ook vaart, het is altijd goed om je knopen te kennen. Je herkent vast het probleem: aanrommelen met een vastzittende paalsteek terwijl je ook gewoon een achtje had kunnen leggen. Zowel voor beginners als ervaren schippers geldt dat het af en toe goed is om je basiskennis weer even op te frissen. Dus werk jezelf niet in de knoop, maar spijker snel je knopenkennis bij met deze vijf essentiële scheepsknopen.
Knopen en steken
Schiemanswerk, of de kunst van het werken met touw, is een heel oud ambacht. Het werd al beoefend voor het schrift was uitgevonden, en is een onderdeel van de ontwikkeling van beschavingen overal ter wereld. Dat betekent dat het leggen van knopen ons verbindt met onze voorouders: op het water werken we met touw op dezelfde manier als zij dat vroeger deden. Het betekent ook dat er veel oude, bijzondere en soms tegenstrijdige tradities zijn rond knopen en hun namen.
In het Engels wordt er onderscheid gemaakt tussen knots (knopen aan het uiteinde van een lijn die we aan boord gebruiken), hitches (steken die worden gebruik om een touw ergens anders aan te bevestigen, zoals aan een kikker) en bends (knopen waardoor twee lijnen met elkaar verbonden worden). In het Nederlands wordt soms onderscheid gemaakt tussen knopen en steken, maar wat het onderscheid precies is? Daarover verschillen de meningen.
Paalsteek
Als je maar één knoop leert, leer dan de paalsteek. Deze knoop is makkelijk te leggen en uit te halen, en de lus die je hiermee aan het uiteinde van je lijn legt is extreem veelzijdig in het gebruik. Je kunt er een meerlijn aan een paal of ring mee bevestigen, twee lijnen aan elkaar vastknopen en je kunt de paalsteek zelfs als reddingsknoop gebruiken. Er is een oud geheugensteuntje dat door zeelieden werd gebruikt bij het leggen van deze knoop: het konijn komt uit zijn holletje, gaat rond de boom, en gaat vervolgens terug in zijn holletje. Met andere woorden: maak een kleine lus door twee einden van de lijn te kruisen, haal het losse of ‘werk’ eind (het konijn) vervolgens door de lus (het holletje) heen, voer de lijn achter het ‘staande’ deel van de lijn (de boom) langs, en haal de lijn dan nog eens door dezelfde lus. Haal de knoop aan door aan beide uiteinden te trekken.

Achtknopen
De achtknoop is een van de stopperknopen en wordt meestal gebruikt om te voorkomen dat een lijn loskomt uit het materieel waar hij doorheen wordt geleid, zoals de blokken. Zelfs wanneer deze knoop onder veel spanning heeft gestaan is hij makkelijk uit te halen, en, anders dan de paalsteek, kan hij niet vast komen te zitten. Om deze knoop te leggen, kruis je het einde van de lijn over zichzelf heen om een lus te vormen. Vervolgens kruis je nog een keer, maar nu onderlangs. Je haalt de lijn vervolgens door de eerste lus heen en zo vormt er een cijfer acht in het touw.

Klampsteek
Deze steek gebruik je veel, om klampen en kikkers te beleggen of om je lijnen om iets anders, aan boord of aan wal, heen te wikkelen – dus je raakt er al snel aan gewend. Begin door de lijn om het midden van de kikker heen te wikkelen, eerst onder het verste uiteinde langs, en vervolgens onder het uiteinde langs dat het dichtst bij je is, zodat je een lus rondom de kikker vormt. Ga nu met je lijn diagonaal over de kikker heen, buig hem onder het verste eind van de kikker langs en terug over de bovenkant richting het dichtstbijzijnde uiteinde. Doe nu bijna hetzelfde aan de dichtstbijzijnde kant: ga onder het uiteinde door en voer je lijn rondom om een acht-figuur te vormen. Haal het werkeind van je lijn nu onderlangs door de lus die je zojuist hebt gecreëerd, en trek je knoop aan.

Halve knoop
Deze knoop is niet zozeer een steek op zichzelf, maar wordt vaak gebruikt om lijnen te bevestigen in combinatie met andere, sterkere knopen. Deze knoop is een fluitje van een cent: maak een lus in de lijn en trek het werkeind hier doorheen zodat het om het vaste eind heen gaat. Je gebruikt meestal twee van deze steken naast elkaar (dubbel genomen halve knoop) om je lijn rond een voorwerp te knopen waaraan je de lijn wilt vastmaken. De halve knoop werkt bijvoorbeeld prima om je meerlijn aan een paal te bevestigen.

Mastworp
Deze steek is wat minder stevig dan een combinatie van meerdere halve knopen, maar je legt hem snel en hij is zeker genoeg om willen op te hangen of als tijdelijke meerknoop. Leg de lijn rond het object waar je hem aan vastmaakt. Breng het werkeind vervolgens terug over de lijn en maak dan nog een lus rondom het object, in de tegenovergestelde richting. Ga onderlangs door de zojuist gemaakte lus, en trek het eind weg van waar je de knoop legt (dus als je bijvoorbeeld een wil ophangt, trek je je lijn naar boven).

Wanneer je deze knopen onder de knie hebt, kun je doorgaan met de lastigere steken: schoot- en ankersteken, platte knopen, misschien zelfs een zeppelinknoop! Maar deze knopen komen alvast goed van pas op elk type boot, en helpen je op weg om alle lijnen van een zeilboot meester te worden. Check of je alles aan boord hebt om veilig te varen (link in het Engels) en je kunt erop uit!
Foto's: USCG PTC Developer, CC BY-SA 4.0 via Wikimedia Commons / Just plain Bill, CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons / Adrian Hernandez via Unsplash / CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons / USCG PTC Developer, CC0, via Wikimedia Commons